De Gelderlander, Netherland
October 6, 2006
ONDERZOEK – Senator Van Thijn: ‘Armeense zaak escaleert’
DEN HAAG – De vraag of het Armeense volk in 1915 slachtoffer is
geworden van een genocide, wordt ‘van alle kanten te veel op de spits
gedreven’.
Door onze redactie binnenland
Die waarschuwing uit PvdA-Eerste Kamerlid Ed van Thijn, naar
aanleiding van het schrappen van de lijst van Turkse Kamerkandidaten
van PvdA en CDA die weigeren te erkennen dat het genocide was. "Er is
bij mij geen twijfel over het genocideachtige karakter van wat er
toen gebeurde," aldus Van Thijn. "Maar we kunnen niet generaties lang
leven op basis van haat en wraakgevoelens."
Ook GroenLinks-leider Femke Halsema maakt bezwaar tegen de eis die
aan Turks-Nederlandse politici wordt gesteld. De kwestie leidt tot
onrust in de Turkse gemeenschap. Vertegenwoordigers waarschuwen dat
hun achterban de verkiezingen kan boycotten, wat vermoedelijk vooral
de PvdA zou treffen.
Uit onderzoek blijkt dat dat niet het geval is. De Turkse kiezer
lijkt voorlopig PvdA (en ook CDA) trouw te blijven, ondanks het
schrappen van Turkse kandidaat-Kamerleden van hun lijst voor de
Kamerverkiezingen van 22 november. Wel is de woede onder Turken nog
steeds groot. Gisteren demonstreerden tientallen Turkse jongeren bij
het PvdA-kantoor in Amsterdam.
Senator Van Thijn denkt dat de lucht geklaard kan worden door een
Turks-Armeense commissie van historici in het leven te roepen. De
Turkse premier Erdogan heeft zich eerder ook in die zin uitgelaten.
Voormalig PvdA-minister van Buitenlandse Zaken Max van der Stoel
steunt het schrappen van de lijst van kandidaten van Turkse komaf die
weigeren de Armeense massamoord te erkennen. "Je kunt niet van de
kandidaten verwachten dat ze erkennen dat er een genocide was. Maar
ze moeten in elk geval blijk geven van hun bewustheid van wat er is
gebeurd."
De genocide
De moord op honderdduizenden Armeniers vond plaats in 1915.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog koos het Ottomaanse Rijk (nu Turkije)
partij voor Duitsland, waardoor het in oorlog raakte met Rusland.
De Armeniers wilden in die periode hun onafhankelijkheid verwerven.
In het Russische leger streden zeven Armeense brigades mee.
Als represaille werden op 24 april 1915 enkele duizenden leden van de
Armeense elite zonder vorm van proces vermoord in Constantinopel
(Istanbul).
Deze dag wordt door de Armeniers herdacht als het begin van de
volkerenmoord.
Uit angst dat meer Armeniers zich bij de Russen zouden aansluiten,
besloot de Turkse regering tot deportatie van de Armeniers naar de
Syrische woestijn. Deze deportatie liep (waarschijnlijk doelbewust)
uit de hand en resulteerde in de volkerenmoord.
In mei 1918 werd het onafhankelijke Armenie gesticht. Dit rijk vocht
aan de zijde van de geallieerden. De noordoostelijke provincies van
het Ottomaanse Rijk werden aan Armenie toegevoegd. In 1920 vocht
Armenie met Turkije de Turks-Armeense Oorlog uit. Met de overgave van
de Ottomanen werden de grenzen van het nieuwe Armenie bekrachtigd in
het Verdrag van Sevres van 1920. De Ottomanen zagen de samenwerking
van de Armeniers op Ottomaans grondgebied als verraad, te meer omdat
ze eerst hadden verklaard neutraal te blijven in de oorlog.
From: Emil Lazarian | Ararat NewsPress